Al elf jaar is Yvan Thomas actief als vrijwillig aalmoezenier in de gevangenis van Ieper (België). Daarnaast heeft hij een directiefunctie bij een instelling voor mensen met een beperking en is hij lid van de commissie van aalmoezeniers, die onder andere verantwoordelijk is voor het aanstellen van protestants-evangelische aalmoezeniers in Belgische gesloten instellingen.
‘De gevangenis in Ieper is een arresthuis, dus er is veel verloop van gedetineerden. In een arresthuis verblijven de gedetineerden vanaf hun arrestatie totdat de straf bepaald is, tenzij ze omwille van hun proces op transfer moeten. Hun straf zitten ze vervolgens uit in een andere gevangenis. Of ze blijven er tot ze, in het beste geval, vrijkomen. Ongeveer 40% van de populatie bestaat uit vreemdelingen, waarvan je met sommigen alleen in hun moederstaal kunt communiceren.’
‘In het verleden hield ik protestants-evangelische erediensten in de gevangenis, maar dat bleek niet meer haalbaar te zijn toen ik er alleen voor kwam te staan. Daarom bestaat mijn gevangeniswerk nu hoofdzakelijk uit bezoeken ‘op cel’. In Ieper zitten er meestal twee, maar soms ook vier mensen in één cel. Daar spreek ik hen het liefst, omdat ze zichzelf daar vaak het meest op hun gemak voelen. Bijkomend voordeel is dat je hierdoor ook indirect de celgenoten van zo iemand kunt bereiken met het Evangelie! Wanneer iemand mij heel persoonlijk wil spreken, nodig ik zo iemand onder vier ogen uit op het kantoor.’
‘Bij een eerste contact probeer ik vooral oog te hebben voor de persoonlijke noden van de gedetineerden. Door mijn job als directeur word ik ook regelmatig gevraagd door de sociale dienst voor de reclassering van gedetineerden. Zo heb ik al verschillende (ex-)gedetineerden binnen onze organisatie kunnen te werkstellen als springplank naar werk in de maatschappij. Ook werken we (via mijn stichting UIT-Stap) met zogenaamde buddy’s, die gesprekken mogen voeren met gedetineerden die aanstonds vrij komen. Deze buddy’s zijn christenen, die meteen de brug kunnen vormen naar de plaatselijke gemeente of kerk, waardoor gedetineerden meteen een uitgebreid en positief netwerk krijgen.’
‘In Ieper geef ik aan geïnteresseerden zogenaamde ‘startstudies’, waarbij we systematisch door de eerste hoofdstukken van het Johannes-Evangelie gaan. We starten bij nul (‘Bestaat God?’) en eindigen bij de wedergeboorte. Zo worden ze langzaam maar zeker ondergedompeld in de Bijbel. Op dit moment volgen veertien van de 110 gedetineerden de startstudie. Daarvan heeft een zestal mensen een keuze gemaakt voor de Heer en zie je daadwerkelijk verandering in hun leven! Ik bid dat God hen vasthoudt, ook als ze straks weer op vrije voeten staan en oude verleidingen op hen zullen afkomen!’
‘Ieder gevangenisbezoek is een avontuur, waarbij ik me telkens afvraag wat de Heer nu weer voor me in petto heeft. Het grootste wonder is de wedergeboorte, dat is nooit vanzelfsprekend. Ik ben er volledig van overtuigd dat mensen alleen echt kunnen veranderen wanneer ze gered worden door de Heer. Mensen van wie je het soms absoluut niet verwacht, bekeren zich en worden een broeder van je. Verschillende gemeenten en kerken zijn nauw betrokken bij dit werk en dat motiveert me enorm. Zo is er een grote groep gelovigen die geregeld voor mijn bediening bidt en ik merk iedere keer het effect ervan. Daardoor komt het dat ik mijn mond niet kan houden over de Blijde Boodschap!’